In 2021 zijn er weer diverse wettelijke en fiscale veranderingen voor huizenbezitters en voor verkopers en kopers. Dit moet je in ieder geval weten.
Door een wetszijging betalen starters geen overdrachtsbelasting meer. Normaal gesproken is dat 2% van de aankoopprijs. Deze wetswijziging moet starters op weg helpen in de vastgelopen woningmarkt.
Zie ook: Starters betalen vanaf 1-1-2021 geen overdrachtsbelasting meer
In tegenstelling tot starters, gaan beleggers juist meer betalen. Voor hen stijgt de overdrachtsbelasting van 2% naar 8%. Deze regel geldt voor elke koper die niet zelf in het gekochte huis gaan wonen. Hierdoor gaat ook de belasting voor een vakantiewoning omhoog.
In 2021 telt het laagste inkomen van tweeverdieners mee voor 90% bij de berekening van de maximale hypotheek. Dit was eerder 80%. Hierdoor kunnen tweeverdieners meer lenen.
Bij de aanvraag van een hypotheek weeg de studieschuld minder zwaar bij de berekening van de maximale hypotheek.
De hypotheekrenteaftrek wordt versneld afgebouwd. In 2020 is het tarief waartegen de hypotheekrente in aftrek kan worden gebracht maximaal 46%. In 2021 daalt dit naar 43%. In 2022 wordt dat 40% en in 2023 is dat 36,9%.
Als je een hypotheek afsluit, dan kan dat in specifieke gevallen op basis van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Een hypotheek met NHG verkleint voor kopers de financiële risico’s. In 2020 was de kostengrens maximaal €310.000,- In 2021 stijgt dit naar €325.000,- Als je investeert in energiebesparende maatregelen, dan is het maximale bedrag €344.500,-
De eenmalige kosten van een NHG-hypotheek blijven gelijk: 0,7% van de hypotheeksom.
Wie een eigen woning heeft, bouwt volgens de Belastingdienstvermogen op. Daarom moeten huiseigenaren bij hun belastingaangifte een bedrag bij het belastbare inkomen optellen. Dit is het eigenwoningforfait.
Het eigenwoningforfait is een percentage van de WOZ-waarde van je huis. Deze WOZ-waarde wordt vastgesteld door de gemeente waar je woont. Voor 2021 geldt voor de meeste woningen een lager eigenwoningforfait dan in 2020. In dat geval hoeft de huiseigenaar dus minder bij zijn belastbaar inkomen op te tellen.
WOZ-waarde meer dan | WOZ-waarde niet meer dan | Eigenwoningforfait |
– | € 12.500 | 0% |
€ 12.500 | € 25.000 | 0,20% |
€ 25.000 | € 50.000 | 0,30% |
€ 50.000 | € 75.000 | 0,40% |
€ 75.000 | € 1.110.000 | 0,50% |
€ 1.110.000 | – | € 5.550 + 2,35% van de waarde van de woning boven € 1.110.000 |
Bron: Belastingdienst
Per 1-1-2021 is ook een ander energielabel ingevoerd. Nieuw is dat een energieadviseur echt langs moet komen en de bestaande woningen zal keuren. Dit gaat waarschijnlijk zo’n € 190 kosten voor een huis en € 100 voor een appartement. Zie ook: Alles over het nieuwe energielabel woning.
Nieuwe warmtepompen en airco’s die buiten de woning staan mogen niet meer dan 40 dB geluid veroorzaken bij de buren. “Een installatie voor warmte- of koudeopwekking, die is opgesteld buiten de uitwendige scheidingsconstructie van een bouwwerk, veroorzaakt op de perceelgrens met een perceel voor een andere woonfunctie een geluidsniveau van ten hoogste 40 dB, bepaald volgens de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai, internetuitgave 2004.”
Bron: Bouwbesluit
Op 1 januari 2021 gaan de energiebelastingen op gas 3 cent omhoog, die voor stroom blijven vrijwel gelijk. Toch blijft een huishouden met een gemiddeld energieverbruik evenveel belasting betalen als in 2020. Dat komt omdat een huishouden per jaar 31 euro extra energiebelasting terug krijgt.
Bron: Energiecentraal
Nieuwe woningen krijgen alleen nog een bouwvergunning als deze bijna energieneutraal worden opgeleverd. Hiervoor geldt de BENG-norm (Bijna Energie Neutrale Gebouwen).